 meten en meetkunde
 meten en meetkunde
                  
                
              
            
          
        
      
    
    A Notatie, taal en betekenis
    Maten voor lengte,  oppervlakte, inhoud en gewicht, temperatuur,Tijd en geld,Meetinstrumenten,Schrijfwijze en  betekenis van meetkundige symbolen en relaties
    
      
        | 1-fundament | Toelichting    en voorbeelden bij 1-fundament | Toelichting    en voorbeelden bij 1-streef | 
      
        | Paraat hebben | Paraat    hebben | Paraat    hebben | 
      
        | 
          2omtrek, oppervlakte en inhoud | Weten wat er met de begrippen ‘lengte’,    ‘breedte’, 'omtrek', 'oppervlakte' en 'inhoud' wordt bedoeld en deze    begrippen in de juiste situaties gebruiken. 
            Omtrek- Wijs bij jouw tafel eens aan: de lengte, breedte, omtrek en oppervlakte.
 
  - ‘De tuin is 12 meter lang en 5 meter breed. We zetten er een hek omheen.    Hoeveel meter hek hebben we dan nodig?’ Hoe noem je dat wat je moet    uitrekenen?
 | Weten wat er met de begrippen ‘lengte’,    ‘breedte’, 'omtrek', 'oppervlakte' en 'inhoud' wordt bedoeld en deze    begrippen in de juiste situaties gebruiken. 
            Omtrek:- Jasper zegt: De omtrek van de tuin is 25. Welke maateenheid ontbreekt er    achter 25?
Oppervlakte:- Als je parket of laminaat wilt laten leggen in een kamer, wat moet je dan    uitrekenen? Hoe noem je dat?
 - Als je wilt weten op welke ansichtkaart je het meeste kunt schrijven, wat    bereken/bekijk je dan? De omtrek, de oppervlakte of de inhoud?
   | 
      
        |   | 
          Oppervlakte- Als je wil weten hoe groot de tuin is, vraag je dan naar de oppervlakte of    naar de inhoud?
 - Welke maat gebruik je voor de oppervlakte? m2 of m3?    Hoe spreek je dat uit?
Inhoud- Wijs aan op het voorwerp wat de inhoud is van: een volle fles Cola, een    emmer zand, een lege doos.
 - De klant wil weten hoeveel water in het aquarium kan. Wat reken je dan uit?    Hoe noem je dat (schrijf op en spreek uit)?
 | 
          Inhoud:- Wat betekent: 'de inhoud van ons klaslokaal is 250 m3'? Hoe    spreek je dat uit? Schrijf dat ook eens op?
  - Welke maten gebruiken we om de inhoud aan te geven? Kies uit: liter, meter,    dm3, m2, cm3
 |